Antwerpen – Europese propagandastad van de Reformatie
dr. Thorsten Jacobi (Predikant van de Deutschsprachige Evangelische Gemeinde, Antwerpen)
De kerkgeschiedenis van Antwerpen in het tijdperk van de Reformatie bevat drie perioden: De eerste wordt bepaald door Luther, inclusief een sterke aanwezigheid van doopsgezinde en andere radicale bewegingen (1517 tot 1566). De Beeldenstorm (1566) markeert het begin van de tweede periode, waarin de calvinistische Reformatie de overhand krijgt, uitlopend op de calvinistische republiek die duurt tot 1585 (val van Antwerpen). Daarna begint de rooms-katholieke Reformatie.
Het jubileum van de Reformatie (500 jaar Reformatie 1517-2017) richt zich vooral op de gebeurtenissen en de ontwikkelingen aan het begin, die werden gekenmerkt door de kritiek van Maarten Luther (1483-1546) op de aflaatpraktijken. In bepaalde periodes was in en om de kerk van St. Jacob de nieuwe lutherse interpretatie van de Bijbel te horen, maar toch was vooral het klooster van de Augustijner Eremieten de vindplaats van het reformatorische gedachtegoed in Antwerpen. Monniken van deze orde, waartoe ook Maarten Luther behoorde, begaven zich reeds vele jaren naar Wittenberg, om daar theologie te studeren. Gulzig hadden ze daar een nieuwe theologie in zich opgenomen, die als bijbels alternatief tegenover de middeleeuwse schooltheologie werd gesteld.
Antwerpen hoorde bij de Nederlanden en werd bestuurd door de Habsburgers die ook de Duitse keizer leverden en felle tegenstanders van de Reformatie waren. In de stad aan de Schelde konden de vertegenwoordigers van de keizer ongehinderd tegen de nieuwe leer en hun aanhangers te keer gaan. Twee monniken van de orde van de Augustijnen werden in het jaar 1523 als ketters in Brussel terechtgesteld – als eerste martelaren van de Reformatie. Het eerste lied dat Luther schreef, heeft hij aan hen opgedragen: “Ein neues Lied wir heben an”… Alhoewel het Augustijnenklooster in 1523 werd gesloten en dit samen met zijn nieuw gebouwde kerk (heden St. Andries), bleef in de stad het reformatorische gedachtegoed leven. Zo bracht de Antwerpse boekdrukker Jacob van Liesvelt (1490-1545) een Nederlandstalige Bijbel uit en in het jaar 1526 het Nieuwe Testament (zie afbeelding), die op Luthers eigen vertaling stoelde. In 1536 volgde ook de tekst van het Oude Testament.
In 1525 schreef Luther een brief aan zijn volgelingen in Antwerpen: “meinen lieben Herren und Freunden / allen Christen zu Antorff ( = Antwerpen)”, waarin hij ze waarschuwt voor een in zijn ogen theologisch bedenkelijke geloofsgemeenschap die onder de leiding staat van de Eligius Pruystinck (Loy de Schaliedekker – zie de pagina van Jan Lampo over deze man). Klaarblijkelijk bevonden zich onder de ‘Luthers-gezinden’ velen die niet onsympahtiek stonden tegenover deze beweging.
Zij lieten zich niet bang maken door de druk van de vervolging, en beleefden in het verborgene het evangelische geloof verder en bestudeerden in groepjes de Bijbel. De stadsraad liet dit toe zolang geen openbare oproer ontstond en geen twijfel werd gezaaid over de getrouwheid aan de stad ten tijde van de heerschappij van de Habsburgers. Dit gunstige klimaat (een relatieve verdraagzaamheid, pragmatische tolerantie) hebben ook geloofsvluchtelingen uit andere streken geregeld benut. Zowel calvinistische Hugenoten (Frankrijk), als doopsgezinden zochten en vonden in Antwerpen onderdak.
Met name als drukkerscentrum speelde Antwerpen een grote rol in de verspreiding van reformatorische schriften, en niet alleen in het Nederlands. In het bijzonder Luthers werken werden hier royaal gedrukt. Daarmee had deze stad een grote invloed op de buitenwereld, Ze vonden hun weg vanuit de drukkerijen van Antwerpen en hebben zich over heel West-Europa verspreid. Zodoende is vanuit Antwerpen de reformatorische beweging aanzienlijk bevorderd, tot in Schotland toe.
Naast Wittenberg, Basel en Straatsburg is Antwerpen een hele tijd lang een vooraanstaande drukkersstad geweest zijn ten dienste van de Reformatie.
Ds. Dr. Thorsten Jacobi, Duitstalige Protestantse Gemeente Provincie Antwerpen
(Vertaling: Inge Boonen – lichtjes aangepast door Dick Wursten)